In de les Taalvaardigheden kregen we de opdracht om mee te werken aan het Dialectonderzoek : 'Stop de tijd'. De bedoeling was dat we de benamingen van kinderspelen vroegen aan mensen uit 4 verschillende leeftijdscategorieën. We kregen 4 enquêtes en een blad met 10 tekeningen van kinderspelen op. Ik las een korte beschrijving van het kinderspel voor en de persoon kon terwijl de bijhorende tekening bekijken. De persoon moest dan een dialectwoord zeggen voor het kinderspel, tenminste als hij het antwoord wist. Want er zaten ook wat oude kinderspelen tussen. De 10 kinderspelen waren: verstoppertje,kiskassen,schommel,koprol,hinkelen,glijbaan, vlieger,bikkelen, proppenschieter en katapult. Doordat je de enquête aan 4 verschillende leeftijdscategorieën moesten vragen, waren de antwoorden meestal verschillend. Maar wat ik het fijnste vond was dat de antwoorden heel verrassend konden zijn! Er zaten benamingen bij waarvan ik nog nooit gehoord had.
Mijn grootvader noemde zelfs een proppenschieter een 'Klakkebosse' !
Geen opmerkingen:
Een reactie posten